Shihan Satoshi Miyazaki
IN MEMORIAM (°1938 – +1993) MEESTER SATOSHI MIYAZAKI –
HOOFDINSTRUCTEUR J.K.A. BELGIUM – 8° dan J.K.A.
Een naam die meer dan ooit verbonden zal blijven met België.
Immers, zo’n 35 jaar geleden verliet Satoshi Miyazaki zijn geboorteland om zich
te vestigen in ons piepklein landje.
Satoshi Miyazaki werd geboren op 17 juni 1938 in een klein dorpje van het ambtsgebied Saga (in het zuiden van de Japanse eilanden van Kyushu). In het jaar 1950 op 12 jarige leeftijd kreeg S. Miyazaki interesse voor Japanse Krijgskunsten. Hij was geïnteresseerd in Kendo en Judo. Hij begon met karate in 1953 op 15 jarige leeftijd. Zijn buren beoefenden Karate en hij raakte erdoor gefascineerd. Hij heeft zich ingeschreven in zijn dorp als lid van de karateclub in zijn school.
Later werden zijn talenten ontdekt door Sensei Masatoshi Nakayama.
In zijn tijd eiste men enorme discipline. De trainingen waren geestelijk gericht en gebaseerd op de Kihon. Zij namen deel aan competitie in de regio van Kyushu. Het waren nog geen JKA kampioenschappen, die ontstonden pas in 1957. Tot aan het einde van zijn studies heeft hij getraind. Hij behaalde in 1956 op 18 jarige leeftijd zijn Shodan Shotokan graad.
Sensei Masatoshi Nakayama (die Lichamelijke Opvoeding doceert) was destijds verantwoordelijk voor het aanwerven van goede elementen uit alle regio’s, om hen vervolgens naar een universiteit te sturen waar zij zich konden inschrijven.
S. Nakayama stelde S. Miyazaki voor om naar Takushoku universiteit te gaan. Dit accepteerde S. Miyazaki en zo is hij naar de Takushoku universiteit gegaan waar hij zijn licentie economie behaalde.
Vanaf zijn eerste dag in de Takushoku heeft hij zijn witte gordel aangetrokken om weer te beginnen als kohai (nieuweling). Het was de normaalste zaak van de wereld en de wet was gelijk voor iedereen.
We waren allen kohai (nieuwelingen) in vergelijking met de sempai (de oudgedienden). Dit denkbeeld was voor ons Japanners veel belangrijker dan het begrip graad. In Japan primeert het denkbeeld van de anciënniteit.
Zijn lesgever was Sensei Nakayama in eigen persoon. Buiten de normale lessen
aan de universiteit, hadden we drie maal per dag training. Deze trainingen waren
erg zwaar en intensief genoeg. Niettemin, ongeacht wat onze problemen waren, S.
Nakayama was altijd in de buurt van zijn leerlingen. Hij was altijd bereid om naar
zijn leerlingen te luisteren en stond altijd klaar om te helpen.
De eerste training begon om zes uur, de volgende was op de middag en ‘s avonds
hadden we nog eens training van zes tot acht. Naast deze karatelessen, waren we
aanwezig op de lessen aan de Universiteit.
Het eerste jaar hadden we reeds een hoog niveau omdat we geselecteerd waren door
S.Nakayama zelf. We hadden tot dan toe nog niet deelgenomen aan kampioenschappen . De jaren die daar op volgden maakte ik deel uit van het team van Takushoku. Voor ons waren niet de individuele resultaten van groot belang, wat telde waren de resultaten die behaald werden per groep. We zijn eerste geweest op het kampioenschap van gans Japan.
Ons team bestond uit: Asano, Tabata, Kisaki en ikzelf. Na vier jaar studeren vroeg S. Nakayama ons toe te treden tot de JKA.
Het was in 1960 op 22 jarige leeftijd dat ik ben toegetreden tot de JKA.
Daar was ik opnieuw en voor de derde maal kohai (beginneling). Ons werk bestond uit: het verzekeren van de werking van het secretariaat, het uitvoeren van verscheidene taken die deel uitmaakten van de instelling en natuurlijk het volgen van de lessen die gegeven werden door de sempai en het aanleren van hoe we juist moesten lesgeven. We hadden ook lessen pedagogie. De JKA was een school voor instructeurs. Het was niet enkel en alleen vechten of competitie, maar wel degelijk werken zoals in een gemeenschap (assistent op een school van universitair niveau).
Toen mijn stage beëindigd was, werd ik door het ministerie van onderwijs benoemd tot karate-
instructeur.
Van 1691 tot en met 1967 ben ik daar bij de JKA gebleven. Ik was toen 29 jaar. Op dat ogenblik had BELGIE een aanvraag ingediend om een Japanse karate-instructeur te bemachtigen. Het is op deze wijze dat men heeft voorgesteld om naar België te komen en om er nationale de nationale instructeur te worden. Vele andere instructeurs waren vertrokken naar de Verenigde Staten, ik persoonlijk heb aanvaard om naar Europa te komen.
De JKA Japan selecteerden hun beste kampioenen, die gevormd waren in hun school, uit over heel de wereld.
Voor Europa waren het de groot meesters: S. Miyazaki, S. Kase, S. Enoeda, S. Shirai
SENSEI SATOSHI MIYAZAKI IS OP 1 DECEMBER 1967 NAAR BELGIE GEKOMEN.
De Geschiedenis van karate in België van voor 1965 is niet precies gekend. In de jaren ’60 groepeerden de karatebeoefenaars in België zich als een afdeling in de Judobond. Sensei Miyazaki, deed zijn intrede als hoofdinstructeur voor België. Het was zijn voordurende bezorgdheid om ons, Westerlingen, te laten zien dat karate meer is dan een wedstrijdsport. Hij legde zware accenten op de mentale vorming en de levenshouding als karateka. Bij de komst van Sensei Miyazaki werd er overgegaan tot de oprichting van de Belgische Karate Verenging los van de Judo Federatie.
Hij wordt Technisch Directeur BAKF (Belgische Amateur Karate Federatie), in België, waar hij zich vestigt en tal van stages geeft in heel Europa. Hij hecht heel veel belang aan detail en de juiste uitvoering van technieken en voor hem is Kihon het belangrijkste om karate te beoefenen. Zijn les is intensief en zijn trainingen zijn hard. Sensei Miyazaki vindt dat Karate en opvoeding onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Niet alleen was hij actief in België, maar ook in Nederland deelde hij zijn visie over JKA Karate. Hij motiveerde, stimuleerde, hij is de basis van de JKA Europa en in verschillende Europese landen onderwees hij de normen en waarde van de JKA en hoe je ze moet behouden. Hij was altijd geduldig, luisterde en had oor voor je, probeerde altijd goede raad te geven. Hij was een man, een vader en een Karate’ka die in heel Europa geliefd is.
Wij die het voorrecht hadden hem te kennen, hebben niet de kans gehad om méér van hem te leren dan we geleerd hebben.
Tot onze grote spijt….
Op 55 jarige leeftijd, 31 mei 1993, Sensei Miyazaki, 8ste DAN J.K.A. verlaat ons op weg naar een andere ons onbekende wereld.
Hij heeft in de geest van zijn naaste volgelingen een enorme indruk nagelaten.
Sensei Miyazaki laat ons een enorme schat achter die wij verplicht zijn in alle bescheidenheid en met het meeste respect zullen en moeten doorgeven. Dit zijn wij hem zeker schuldig.
De volgende tekst is een lezing gehouden ter gelegenheid van de afscheidsceremonie bij het overlijden van Miyazaki Sensei.
Zijn laatste gevecht,
Toen eind de jaren tachtig, bij het overlijden van Nakayama Sensei, zowat zijn geestelijke vader,
men hem vroeg terug te keren naar Japan, wees Satoshi Miyazaki Sensei dit af. “Mijn familie is hier in België” zei hij. Tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen waren hem vreemd, begreep hij zelfs niet. Hij was Belg.
Zijn religieuze wortels zaten in het Zenboeddhisme en de Shinto-religie, maar in zijn levenshouding zat ook een brok samourai-eer en –trots. Sterkst van al geloofde hij in mensen, vooral zijn mensen!
Hij voelde zich wereldburger zonder vaderland, maar had een hekel aan vliegtuigen. En hoe vaak hij ook op reis was, hij kon autorijden noch fietsen.
Dit jaar (cfr. 1993) zag Miyazaki Sensei een van zijn dromen binnen handbereik: het Europese J.K.A. Karate verenigen en organiseren. In februari werd onder zijn impuls J.K.A. karate opgericht. Niet als doel op zich maar als middel om de stijl zuiver en gaaf te houden.
Voorjaar ’92 werd de diagnose gesteld, en in mei van vorig jaar werd hij voor het eerst geopereerd.
Vier weken later stond hij weer in de dojo.
Op 31 mei 1993 overleed hij, 55 jaar jong, na een laatste gevecht met een onzichtbare vijand.
Nederigheid
Eerlijkheid
Hoffelijkheid
Moed
Zelfcontrole
“Sensei, wie zal jou het ergste missen?
de internationale kamper die door één oogwenk van u tot uitzonderlijke prestaties in staat was,
of
de topkarateka die door uw kritisch inzicht zijn drang naar perfectie wist beantwoord,
of
de clubinstructeur die door uw voorbeeld tot permanente inzet werd gemotiveerd,
of
de eenvoudige beoefenaar die in u een gids zag naar ontdekking van zijn eigen zijn en kunnen?”
Komen en gaan…
Een zee van tijd om blij te zijn…
Dankbaar, maar toch nog die pijn.